We staan met wat meiden bij elkaar te wachten op de moeders die ons richting het schoolkamp gaan rijden. Het ging over ongesteld zijn en dat ze daarvoor spullen van hun moeder mee hadden gekregen. Ik stond een tijdje bij het groepje en zei om me te mengen: “Ik heb er ook 2 mee.”

Het was een gok. Ik wist maar half waar ze het over hadden.
“2? Wat ga je daarmee doen dan?”
Wist ik veel. 2 tampons? 2 pakjes? Hoe gebruikte je zo iets en hoe vaak? Ik weet niet meer precies hoe ik me hier toen uit heb gered. Dit was een van de eerste momenten dat ik me met mijn volle verstand realiseerde dat er over een onderwerp werd gesproken waar iedereen volledig van op de hoogte was maar mij compleet verraste. Ik zou mijn moeder hierop kunnen aankijken maar haar inschattingen waren goed aangezien ik pas 3 jaar later ongesteld werd.

Column: Tessa van den Eeden

Kinderlijke onwetendheid

Ook herinner ik me een moment in mijn kleutertijd waarop ik heel overtuigd tegen een meisje had gezegd dat het niet kon dat ze fan was van de Spicegirls omdat ik iemand anders kende die dat al was. Ik begreep nu waarom die persoon totaal geen tijd investeerde in een discussie met mij. Ik begreep blijkbaar het hele concept van ‘fan zijn van iets’ niet.

Nu zou je denken; “Maak je niet druk Tessa, kinderlijke onwetendheid, daar groei je wel overheen.” Maar dat ik niet over die kinderlijkheid heen ben gegroeid en dat de meest normale aardse zaken van de wereld compleet aan mij voorbij gaan werd vanmorgen wederom duidelijk.
“Hoe oud ben je eigenlijk?” vraagt een collega me. “Ik word bijna 25” zeg ik eerst, maar toen ik begon te twijfelen en samen met mijn collega 2017 min 1991 uitrekende kwam er 26 uit! 26? Huh?! Wanneer is dit gebeurd? In paniek stuur ik mijn vriend een app:
“OMG, word ik 26 binnenkort??? Ik dacht 25!!!”
“Dit is nou mijn vriendin Tessa” stuurt hij terug. Hij is er aan gewend geraakt.

Brainfreeze

Mijn vader heeft er na al die jaren een sympathie voor ontwikkeld, of misschien altijd gehad. Toen ik laatst wéér te laat kwam en mijn ouders in de auto op me stonden te wachten, zei mijn vader toen ik veel de laat de auto in stapte; “Moeilijk he meisje? Leven in een wereld met kaders van tijd en ruimte?” “Ja.” zei ik. En we vertrokken.

Op een mooie zonnige dag hebben we een ijsje gehaald. Terwijl ik die eet krijgt ik een brainfreeze en val ik bijna flauw.
“Jij kan het gewone, dagelijkse leven ook maar nèt aan he?”
Ik accepteer deze vragen van mijn vriend omdat hij heeft moeten leren leven met brainfreezes, herhaaldelijke vragen over welke dag het is en met het feit dat wanneer we ergens heen gaan, ik eerst een keer terug naar binnen moet omdat ik mijn lenzen vergeten ben in te doen, daarna omdat ik ook nog mijn portemonnee vergeten ben, om vervolgens verstrooid weer buiten te komen, te struikelen over de drempel, mijn panty te scheuren en weer terug naar binnen te moeten voor een nieuwe. Hij heeft gelijk. Dagelijkse dingen gaan bij mij allemaal maar net goed.

Waar halen ze de tijd vandaan

Als ik eigenlijk maar net in leven blijf hoe moet ik dan, naast allerlei zaken als; opstaan, er zijn, verjaren en alle vragen die daarbij alleen al komen kijken, ook nog eens de hoeveelheid informatie die er iedere dag weer in de media beschikbaar is, verwerken. Waar halen mensen in godsnaam de tijd en ruimte in hun hoofd vandaan om dit te doen.
Ik zie mensen van alle actualiteiten op de hoogte zijn en er over praten. Ik zie dat ze de tijd hebben genomen om zich echt volledig er in te verdiepen. Worden zij dan niet afgeleid door zo’n beetje alles in het leven? Als ik een artikel helemaal probeer te lezen word ik door bijvoorbeeld een woordspeling in het begin al afgeleid, ga ik deze opzoeken op Google en beland ik compleet ergens anders op het internet dan voorheen mijn intentie was. Of mijn gedachten dwalen ergens in mijn hoofd af naar iets wat ik nog wilde doen. Dan kan het best zo zijn dat ik stop met lezen, opsta, datgeen ga doen en die hele krant vergeet. Toch besloten mijn vriend en ik, in het kader van volwassenheid, enige tijd terug om een proefabonnement te nemen op de Volkskrant. De eerste 2 dagen voelde we ons immens volwassen en vooral heel kennisrijk. Totdat we gewoon weer boodschappen moesten doen, gezond moesten eten, het huis schoon wilden houden, de relatie en het seksleven op peil moesten houden en verder ook nog ergens 6 à 7 uur slaap vandaan moesten toveren. De stapel met kranten die nog gelezen moest worden, werd steeds groter. Toen kwam ook nog eens het Volkskrant magazine erbij in het weekend. We hadden gefaald. Toen ze me belden of ik het abonnement wilde verlengen ben ik maar eerlijk geweest: ‘Mevrouw, het lukt ons gewoon niet. We willen wel maar het GAAT gewoon niet. Waar moet ik in GODSNAAM de tijd vandaan halen?’

dagelijkse-leven-meisje-boek-femfem

Vriendschappen onderhouden

En dan het volgende. Hoe moet ik naast die informatiebulk ook nog vriendschappen onderhouden. Jezus wat een werk is dat. Ik heb het al druk genoeg met mezelf. Ik zie mensen om me heen contacten en vriendschappen onderhouden alsof het niets is. Ik vind het doodvermoeiend. Ik begrijp gewoon niet hoe het moet. Gelukkig heb ik inmiddels wat mensen om me heen die dat accepteren.

“He Tess! Hoe is het? Ik dacht ik bel even want ik heb al even niks meer gehoord?”
“ Uhm, oh, huh, moest ik bellen dan?”
Mijn vriendin schiet in de lach. “Nee Tess, hoe is het?”
En dan beginnen we te kletsen.

Ik denk dat ik mensen ook vaak kwets, heel onbedoeld. Bijvoorbeeld bij momenten dat mensen een doel hebben behaald wat voor hun heel belangrijk is, maar voor mij praktisch niets verandert aan mijn leven. Ik ben wel blij voor je. Maar ik ga niet écht uit mijn dak. Ik zou blijer zijn als het mezelf zou overkomen. Logisch toch? Voor mij wel. Maar voor veel niet, zo lijkt. Ik heb namelijk geleerd dat het in vriendschappen zo werkt dat je met heel veel blijheid moet reageren op iets wat voor de ander heel leuk is, ook als je het niet echt voelt. Ik heb dit gedrag tot in den treuren bij anderen geanalyseerd en het is echt waar. Mensen doen het voortdurend. Ik voel dit soort blijheid zelden. Hierover heb ik na eindeloze analyses me allerlei sociale stoornissen aangepraat waar mijn psycholoog menig tijd aan besteed heeft om me te overtuigen van het feit dat ik normaal ben. Als ik normaal ben hierin, zijn andere mensen dan heel erg overdreven? Of faken ze het grootste gedeelte van hun blijheid? En zijn ze dus heel erg blij voor hun vriend(-in) omdat het een goede vriend(-in) zo betaamd of zijn ze écht blij? Pfff. Ik kom er niet uit. Het is in ieder geval weer iets waar iedereen de ongeschreven codes over lijkt te begrijpen, behalve ik.

Ik ben te druk met gewoon leven, er zijn

Deze zaken, die voor mensen om me heen zo makkelijk en vanzelf lijken te gaan, laten mij constant nadenken. Ik ben te druk daarmee. Te druk met gewoon leven, er zijn. Ik ben te druk met wat er allemaal is, wat er allemaal kan. Te druk met bewonderen, te druk met wat ik voel en denk en de vragen die elke dag weer in me opkomen. Ik heb toch geen tijd dan voor een baan van maandag tot vrijdag, een krant en vrienden, begrijp dat nou. Maar die vlieger gaat niet op, want iedereen doet dat. Of ze het ook echt kunnen en willen weet ik niet, maar ze doen het wel. Dat is normaal. En ik wilde altijd al normaal zijn.

Voor een keer voelde ik me normaal

Laatst voelde ik me voor het eerst normaal. Voor het eerst voelde ik me alsof ik daadwerkelijk iets van het leven snapte. Alsof iemand mij daadwerkelijk snapte. Ik was heel dronken maar ben geen seconde van ons gesprek vergeten.
Ik sprak een meisje over allerlei van die aardse, normale zaken. Onder andere over het hebben van een relatie. (Conclusie: Relaties zijn superheftige shit. Punt.) We hadden het ook eventjes over een baan.(Conclusie: Wauw, tot nu toe super kut, allemaal, altijd) maar ook over drugsgebruik door dierbaren. Iets wat ik wel wilde accepteren maar nooit kon. Zij wilde ‘absoluut niet zien dat hij dit met zo’n verdomde sleutel zo sneaky in zijn neus inhaleerde ergens op een wc. Klootzak.’
Mijn zintuigen stonden op scherp. Zoals wanneer je plotseling verliefd werd maar dan anders. Ik kreeg een shockje in mijn hart en in mijn buik. Waar was zij al die tijd geweest. Ik vond mijn soulmate in die vijf seconden dat ze dat zei. Ik heb er wel mensen over gesproken maar nooit eerder zag ik dezelfde soort emotie en dezelfde soort woordkeuze. Zij vertelde dat ze hem hierdoor ooit écht klappen gaf. Ik vertelde dat ik een lamp van de muur had getrokken en aan stukken had gesmeten. Dat juist dit, terwijl ik over onze voormalige lamp vertelde, een van de eerste momenten was waarop ik me zo compleet normaal voelde, had ik niet verwacht. We deelden de frustratie maar waren het wel eens over dat we ook wel wat vurig reageerden op die ene keer op dat festival of Koningsdag. En daarmee was het rond. Nog nooit was dit onderwerp voor mij zo sereen. Deze klik was alles wat ik nodig had. Het was besproken. Voor eens en voor altijd. Ik begreep iets, ik begreep haar en zij mij. Toen was het goed. En zo kwam er abrupt een einde aan deze strijd met dit onderwerp en voelde ik me voor een keer normaal.

Ik stel me haar verder voor als iemand die geen krant heeft en alles vergeet, heel vaak terug naar binnen moet omdat ze iets is vergeten en vriendschappen niet snapt. Dan hebben we samen een stoornis of hebben we het allebei niet. Ik ben in ieder geval niet alleen. Dat weet ik nu zeker.