De wachtrijen voor psychische hulp zijn langer dan ooit. Experts zitten met hun handen in het haar, want hoe gaan we de tekorten weer aanvullen? Misschien is AI de oplossing voor een betere
mentale gezondheid. Wij zetten de voors en tegens op een rijtje.
Mentale problemen
Steeds meer mensen krijgen te maken met mentale problemen, en dat is zorgwekkend. Stress, angst, en depressie komen steeds vaker voor. De druk van het dagelijks leven, ons werk, de studie en de constante aanwezigheid van prikkels en informatie via social media kunnen best wel overweldigend zijn. Vooral jongeren lijken hier steeds vaker last van te hebben, maar ook volwassenen ontkomen er niet aan. Het is dan ook niet gek dat er steeds meer gepraat wordt over
burn-outs en andere psychische klachten. Gelukkig wordt er wel steeds vaker openlijk gepraat over de mentale gezondheid. Hierdoor zijn er steeds meer mensen die om hulp durven te vragen.
Lange wachtrijen voor psychische zorg
Toch heeft het ook een keerzijde. De wachtrijen voor psychische zorg zijn langer dan ooit. Je staat soms weken of maanden in een wachtrij voordat je de passende hulp kunt krijgen die je nodig hebt. De nood is ontzettend hoog en de tekorten zijn eigenlijk maar lastig op te lossen. En de oplossing? Die is tot op heden nog niet gevonden. Maar misschien komt daar nu eindelijk verandering in.
AI inzetten in psychische zorg voor de mentale gezondheid
Hoewel AI (Artificial Intelligence) al een tijdje bestaat, zien we er pas sinds kortere tijd steeds meer van. Natuurlijk kan het al je vraagstukken oplossen en van alles voor je bedenken, maar het kan echt nog veel meer. En daarom beginnen experts zich af te vragen of het niet ook gewoon dé oplossing kan vormen voor de enorm lange wachtrijen in de psychische zorg. De komst van AI kan deze zorg namelijk een flinke boost geven door de zorg efficiënter én effectiever te maken.
Zo zou AI bijvoorbeeld al vroegtijdig diagnoses kunnen stellen. AI-systemen beschikken namelijk over enorme hoeveelheden data en kunnen daardoor snel – misschien zelfs wel sneller dan wij – patronen herkennen. Patronen die weer kunnen duiden op angststoornissen of op een
depressie. Doordat AI sneller doorheeft wat er aan de hand is, kunnen zorgverleners eerder ingrijpen en problemen voorkomen.
Daarnaast kan AI ook ingezet worden om gepersonaliseerde behandelplannen te maken. Ze kunnen de geschiedenis van een patiënt uitgebreid onder de loep nemen en zo de juiste behandelingen aanbevelen. Daarmee neemt AI natuurlijk ook een grote werkdruk weg van zorgverleners. En kan het misschien zelfs de grote tekorten opvangen. AI kan ook routineklusjes als administratie en bijhouden van dossiers overnemen. Of zelfs in de vorm van chatbots of virtuele therapeuten basisgesprekken voeren en ondersteuning bieden. Hierdoor houden zorgverleners meer tijd over voor echte belangrijke dingen. Patiënten krijgen dan sneller hulp en wachttijden worden korter.
De komst van AI: oplossing of niet?
Ook in dit geval kan AI dus veel betekenen voor ons. Maar is het wel zo verstandig? Het inzetten van AI brengt namelijk ook gevaren met zich mee. Een belangrijk risico is bijvoorbeeld de privacy van de patiënten. AI-systemen kunnen dan wel van alles analyseren, maar moeten daarvoor wel bij enorme hoeveelheden persoonlijke data. Een datalek ligt dan al snel op de loer. Ook bestaat de kans dat AI een verkeerde diagnose stelt, wat weer kan leiden tot onjuiste behandelingen. Enne, ook de menselijke interactie in de psychische zorg is cruciaal voor het welzijn van de patiënten. Iets dat AI niet kan bieden.
De voors en tegens moeten dus afgewogen worden om te bepalen of AI echt een oplossing kan gaan bieden. Enne, de toekomst zal het ons leren.