Deze 20/20-regel gaat het drinken van wijn voor de rest van je leven veranderen

Op z'n tijd een lekker wijntje drinken is altijd goed. Maarre, voortaan moet je de 20/20 regel toepassen. Dat zal het drinken van wijn voor de rest van je leven veranderen. Wij vertellen je met liefde alles over deze regel!

Natuurlijk is té veel alcohol nooit goed voor je, maar af en toe een wijntje kan geen kwaad. Sterker nog: sommige wijnen hebben zelfs gezondheidsvoordelen. Je hoeft je dus echt niet schuldig te voelen als je er af en toe een lekker wijntje bij pakt. Soms kan dat wijntje namelijk een aangename toevoeging zijn aan de situatie. Bijvoorbeeld 's middags in het zonnetje in de tuin of bij een etentje met een heerlijk hoofdgerecht. Of je nu alleen bent, met je partner óf met je vriendinnen: een wijntje doen is nooit een slecht idee.

Het drinken van wijn op de juiste temperatuur maakt echt een verschil in de smaakervaring. Als wijn te warm is, kan de alcohol namelijk meer naar voren komen en smaakt de wijn al snel té zwaar en intens. Als wijn te koud is, verliest hij juist weer veel van de aroma's en smaken, die je natuurlijk wel wil proeven. Vooral bij rode wijn kan het te koud drinken ervoor zorgen dat de tannines – de stofjes die voor de structuur zorgen – te bitter proeven. Witte wijnen, als ze te warm zijn, verliezen juist hun frisse ondertoon. De ideale temperatuur brengt dus echt balans in de smaak, zodat je alle lagen van de wijn echt kunt proeven. Als je wijn op de juiste temperatuur drinkt, komt hij meer tot z’n recht. Hierdoor kun je de smaak helemaal beleven zoals het bedoeld is!

We kennen de regels natuurlijk allemaal wel. Witte wijn en rosé drink je koud, en rode wijn drink je op kamertemperatuur. Maarre, dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Vaak is koud in de koelkast namelijk té koud, en op kamertemperatuur kan soms ook té warm of té koud zijn. Het gaat een beetje ver om de thermometer er keer op keer bij te pakken, dus daar moet je zeker niet aan beginnen. Maar hoe weet je dan ongeveer of je goed zit?

Daar komt de 20/20 dus bij kijken – als je geen wijnkoelkast hebt dan. Heel simpel! Bij witte wijn of rosé zorg je ervoor dat deze koud ligt in de koelkast. Doe dit ruim van tevoren, zodat je zeker weet dat de wijn de tijd heeft gehad om op de juiste lage temperatuur terecht te komen. Twintig minuten voordat je de wijn wil drinken, haal je de wijn uit de koelkast en laat je hem weer iets warmer worden. Zo is hij op het moment dat je hem drinkt, waarschijnlijk ongeveer op de juiste temperatuur.

Bij rode wijn draai je het om. Rode wijn drink je op kamertemperatuur, maar die valt vaker net iets hoger uit dan goed is voor de smaken van de wijn. Daarom doe je hem twintig minuten voordat je de wijn gaat drinken, nog even in de koelkast. Zo heeft hij twintig minuten om die iets lagere temperatuur nog te bereiken. Daarna haal je hem uit de koelkast en kan het feestje beginnen!