Een paar decennia geleden was het de normaalste zaak van de wereld: begin twintig, misschien midden twintig, en je eerste kind was een feit. Tegenwoordig ligt dat net even anders. Nederlandse vrouwen worden op steeds latere leeftijd moeder. In 2024 lag de gemiddelde leeftijd zelfs op 30,4 jaar - hoger dan ooit én boven het Europese gemiddelde.
Hoe komt dat eigenlijk?
De cijfers liegen er niet om
Het CBS houdt sinds 1950 bij wanneer
vrouwen gemiddeld voor het eerst moeder worden. In de jaren '50 was dat nog rond de 26 jaar. In de jaren '70 daalde het zelfs naar 24 jaar. Maar daarna begon een langzame klim omhoog. In 2019 werd de magische 30-grens bereikt.
Opvallend is dat vier op de vijf vrouwen uiteindelijk moeder worden - en dat is al jaren stabiel. Wat wél verandert, is de timing. De groep twintigers die een kind krijgt, wordt steeds kleiner, terwijl het aantal vrouwen van 35 tot 45 jaar met een eerste kindje juist toeneemt.
The older, the better?
Toch is later moeder worden niet per se ideaal, al lijkt dat voor veel vrouwen wel zo. Meer tijd voor jezelf, carrière maken, reizen, financieel stabiel zijn... Maar biologisch gezien tikt de klok gewoon door.
Volgens medici en vruchtbaarheidsexperts ligt de 'ideale' leeftijd om zwanger te worden ergens tussen de 18 en 36 jaar. Dan zijn de kansen op een gezonde
zwangerschap het grootst. Na het 36e levensjaar van de vrouw neemt de kans op miskramen en complicaties in kleine stapjes toe. Ook neemt de kans op een kindje met het syndroom van down toe, wanneer de vrouw op latere leeftijd zwanger raakt.
"Als een vrouw graag twee kinderen wil, stopt ze rond haar dertigste met
anticonceptie. Idealiter nog iets eerder", legt Mariëtte Goddijn, gynaecoloog en hoogleraar voortplantingsgeneeskunde aan het Amsterdam UMC, uit in een interview met
LINDA. Het kan namelijk nog ook nog even duren voordat er een gezonde zwangerschap tot stand komt. Dat is per individu verschillend.