Met dit trucje reken je uit hoeveel liter water je per dag moet drinken

Per dag moet je twee liter water drinken. Althans, dat is wat ons altijd verteld wordt. Maar klopt dit eigenlijk wel? Volgens een nieuw onderzoek hoeft dit dus helemaal niet zo te zijn. Met dit handige trucje reken je uit hoeveel liter water je écht zou moeten drinken.

Volgens het Voedingscentrum zouden we allemaal 1,5 tot twee liter water per dag moeten drinken. Maar klopt dit wel? Ieder lichaam is natuurlijk anders, dus ieder lichaam heeft zo zijn eigen behoeftes. Het verschilt dus ook per persoon hoeveel water je per dag zou moeten drinken.

Mayo Clinic, een Amerikaans Academisch Medisch Centrum, raadt aan dat een gemiddelde vrouw wel 2,2 liter water per dag moet drinken. Voor mannen ligt dit getal nog hoger. Mannen moeten gemiddeld zo'n 3 liter water per dag drinken. Maar omdat natuurlijk niet iedereen onder 'gemiddeld' valt, hebben zij een formule bedacht waarmee je kan berekenen hoeveel water jij moet drinken!

De belangrijkste factoren bij het berekenen van hoeveel water je moet drinken, zijn je lengte en gewicht. Een klein, licht persoon heeft minder water nodig dan een lang, zwaar persoon. De formule waarmee je je benodigde liters kan berekenen, is heel simpel. Je deelt jouw gewicht door dertig. Dus stel je voor, je weegt zestig kilo, dan moet je dus twee liter water op een dag drinken. Dit is de meest betrouwbare maatstaaf, maar toch moet je er rekening mee houden dat andere factoren ook een rol spelen. Denk aan het weer: op warme dagen moet je meer drinken. Ook hoeveel je beweegt, speelt een grote rol.

Lees ook: Vergeet de Quooker of de waterkoker! Met dit apparaat van de Action heb je niks anders meer nodig

Dus, meer dan twee liter water drinken. Maar voor veel mensen is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Water drinken moet namelijk een gewoonte worden, anders is de kans groot dat je het vergeet. Wat hierbij helpt, is drinken op vaste tijden. Bijvoorbeeld: een glas water bij het opstaan, voor je ontbijt, na het tandenpoetsen, voor én na de lunch, rond het avondeten, door de avond heen en nog een glas voordat je gaat slapen. Op deze manier wordt het langzaam maar zeker een gewoonte. Draag ook altijd een flesje water bij je, zodat je direct kan drinken wanneer je eraan denkt of wanneer je dorst hebt.