Ben jij altijd degene die gaat gillen als er een spin in de kamer zit? En vraag je het liefst aan je huisgenoot/vader/vriend of hij die de spin wil verwijderen? En ben je als de dood voor spinnen en wil je er niet bij in de buurt komen? Of heb je dit met slangen in plaats van spinnen? Hier kan je helemaal niks aan doen. Het zit namelijk in je genen.

Onderzoek

Onderzoekers van het Max Planck Institute for Human Cognitive and Brain Sciences in Duitsland en de Uppsala Universiteit in Zweden deden een studie naar angst voor spinnen en slangen. Ze deden onderzoeken met baby’s en hun reacties op plaatjes van spinnen en slangen. Ze toonden de 6 maanden oude baby’s kaartjes met daarop foto’s van zowel spinnen en slangen als bloemen en vissen in dezelfde kleuren. De onderzoekers keken toen naar de grootte van de pupillen. Het bleek dat de pupillen vergrootten op het moment dat de baby’s keken naar de plaatjes met slangen en spinnen. Vergrootte pupillen zijn een signaal van stress. Bij de plaatjes met vissen en bloemen was de reacties van de baby’s anders. Ze deden het onderzoek met baby’s, omdat deze nog niet het vermogen hebben om te leren dat deze dieren gevaarlijk zijn en omdat ze vaak nog niet in aanraking zijn geweest met spinnen of slangen. Het bang zijn voor spinnen en slangen blijkt dus een geërfde eigenschap te zijn.

Angst voor spinnen en slangen

De onderzoekers concluderen dat de angst voor slangen en spinnen evolutionair bepaald is. Hierdoor reageert ons brein snel op dit soort dieren, zelfs als we nog heel jong zijn. Een daadwerkelijke fobie kan ontstaan als je ouders of omgeving je aanleren om bang te zijn voor dit soort dieren. Het kan ook zijn dat je amygdala hyperactief is, waardoor je gevaren niet goed kan inschatten en dus zonder reden banger bent voor bepaalde dingen of dieren. Dus als iemand weer eens zegt dat je je niet moet aanstellen, kan je altijd zeggen dat het in je genen zit en dat je er niks aan kan doen.

Uitkomst van een ander onderzoek: het slikken van de pil maakt je intelligenter.