Van jong naar oud: vanaf déze leeftijd word je toch echt een stukje ouder

Ouder worden hoort bij het leven. We zijn er dan wel niet helemaal mee bezig op jonge leeftijd, maar in ons lichaam gebeurt er van alles. Onderzoekers keken naar verschillende data om erachter te komen wanneer ons lichaam daadwerkelijk een stuk ouder wordt. En wat bleek? Er zijn twee momenten waarop je verschil kan gaan merken.

Ouder worden we allemaal. Daar kunnen we helemaal niets aan doen, want dat gebeurt nou eenmaal. Toch wil dat niet meteen zeggen dat je er ook heel oud uitziet. Als twintiger of dertiger voelt het misschien alsof vijftig worden heel oud is, maar dat zie je bij lang niet iedereen zo.

Niet voor niets schrikken we soms als we de leeftijd horen van hele oude mensen. Sommige mensen zijn net zestig, maar zien er veel ouder uit. Andere mensen zijn al in de negentig, maar zien er weer veel jonger uit. Ouder worden is dus een proces, en bij de één zie je het uiterlijk sneller veranderen dan bij de ander. Helaas gebeurt er van binnen soms veel meer dan van buiten. Daardoor zie je misschien niet dat iemand ouder wordt, maar is dit proces wel degelijk aan de gang.

Er is ontzettend veel onderzoek naar het menselijk lichaam, omdat we het met z'n allen zo graag willen begrijpen. Het liefst halen we het maximale uit het leven, en dus onderzoeken veel wetenschappers hoe we dat kunnen bereiken. Wie ouder wordt, heeft namelijk ook meer risico's op verschillende ziekten. Denk aan ziekten als kanker, hart- en vaatziekten of Alzheimer.

De kans op een aandoening neemt dus toe naarmate je langer leeft. Om dat een beetje beter te begrijpen, voerden wetenschapper meerdere jaren onderzoek uit. Ruim honderd volwassen mensen werden gevolgd en moesten steeds opnieuw biologische monsters afstaan. Denk aan monsters van darm-, huid-, mond- en neusmicrobioomsoorten. Deze monsters gaven vervolgens ontzettend veel data, waaruit onderzoekers patronen en veranderingen konden concluderen.

Lang verhaal kort: er zijn twee belangrijke momenten in het leven, waarin de verandering van binnen duidelijk zichtbaar is. Midden veertig veranderden de microbiomen enorm, en begin zestig vervolgens weer. Dat zijn dan ook de momenten dat de gezondheid van iemand ineens snel achteruit gaat of kan gaan.

Halverwege veertig waren veranderingen te zien in de stofwisseling van cafeïne en alcohol, maar bijvoorbeeld ook in het minder goed werken van de huid en spieren. De veranderingen van begin zestig hebben daarentegen met andere dingen te maken. Denk aan bijvoorbeeld de stofwisseling van koolhydraten en een veranderende nierfunctie en immuunregulatie.