Je bent aan het dromen en droomt dat je in een pretpark loopt met paarse bomen en blauwe planten, je baas komt lachend voorbij op een eenhoorn en zo gaat de droom maar door. Je wordt wakker en je beseft je maar al te goed dat je raar hebt gedroomd, maar hoe zat het nou ook alweer?

Photo by Lili Kovac
Photo by Lili Kovac

Op de een of andere manier is het moeilijk om onze dromen van het begin tot het einde te onthouden, maar een enkele keer weten we ze nog na te vertellen. Hoe dat komt? Dat leg ik je graag uit.

Wat is een droom?

Tijdens een droom zien, en horen we de gekste dingen, en dat kan ons zo maar op nieuwe ideeën brengen, het is een spontane actie van de hersenen wanneer we slapen. Soms denken we overdag de hele tijd aan allerlei zaken, dat kan gaan om stress gerelateerde dingen maar het kan natuurlijk ook iets zijn waar je naar uitkijkt. Dat gedachteproces gaat ook door als je slaapt, maar dat zit nét even anders. Daarom komt het wel eens voor dat je bijvoorbeeld droomt over je werk.

In de REM-fase, de vierde fase van de slaapcyclus, dromen we het meest. In deze fase worden de zogenaamde “neurotransmitters” in de hersenen geblokkeerd, daardoor zijn onze hersenen niet voor 100% wakker. Omdat maar een deel van de hersenen wakker zijn als we slapen zorgen zij ervoor dat we ons amper tot niet kunnen bewegen, en dat is maar goed ook!

Maar waarom vergeten we ze?

Iedereen staat in de ochtend wel eens op en dan besef je je wat voor fantastische droom je hebt gehad, maar hoe zat het ook al weer? Volgens verschillende wetenschappers komt dit omdat dromen uniek zijn. Wij mensen onthouden dingen door ze te herhalen. Dromen zijn vaak vaag, elke droom is anders én ze zijn meestal snel voorbij. Kleine kans dus dat je ze onthoudt.

Franse onderzoekers onderzochten de hersenactiviteit van de mensen die hun dromen wél regelmatig onthield en de mensen die dat niet deden. En wat bleek? De mensen die hun dromen vergaten, sliepen een stuk dieper dan de groep die hun dromen wel wist na te vertellen. Deze laatste groep vertoonde tijdens het slapen én wakker zijn meer hersenactiviteit dan de andere groep. Ook had de eerste groep een hogere doorbloeding in de temporopariëtale junctie, dat stukje in de hersenen is belangrijk voor het verwerken van informatie. Dit deel zorgt er ook voor dat de aandacht gericht wordt op externe prikkels (geluiden van buitenaf), en daarom word je in de nacht vaker wakker.

Het ’s nachts wakker worden zou dus een verklaring kunnen zijn voor het onthouden van dromen, je moet namelijk wakker zijn om je dromen te kunnen onthouden. Als je hersenen slapen onthouden ze geen nieuwe informatie.

Lees ook: Ben jij overdag moe en kun je ’s nachts niet slapen?